artikel in de rubriek Ut é lapekoer van de Leeuwarder Courant van 5 augustus 1971 door D.M. van der Woude

In een oude krant trof ik een uitgebreid verslag van de feestelijke opening van een luchtgasfabriek in het dorp Balk op 18 augustus 1902. Dat was toen wat! Men had alleen maar gas in de grotere steden en de grote plaatsen, maar dorpjes als Balk (hoewel in zijn soort centrumplaats) waren toen nog van gas verstoken. Toen ik met mijn ouders in Balk woonde (1909 - 1920) hadden wij helemaal geen gas. We woonden een klein stukje buiten de kom en een leiding daar naar toe zal niet produktief zijn geweest. Onrendabel gebied!

 

En dan denk ik aan een gevaarlijk tochtje over het ijs van Balk over het Slotermeer naar Woudsend. We zouden samen, jongens van van 10 - 13 jaar, maar de een na de ander viel af en maakte rechtsomkeert. Alleen de grootste doorzetter (niet de beste rijder) liet het niet zitten. ik had een adresje van kennissen van mijn ouders. Daar meldde ik mij, maar ik kreeg de wind van voren, nu bleek, dat moeder niets van mijn scheve schaats afwist. Ik moest gauw maken, dat ik thuis kwam! Maar ik had daar bij die mensen toch iets bijzonders gezien: Woudsend moet een eigen kleine elektrische centrale hebben gehad. Je draaide in een hoek van de kamer een knopje om en daar scheen zómaar licht uit een lamp boven de tafel! (plm. 1911). Dàt was nog iets anders dan gas! Onbegrijpelijk, hoe dat nou kon!

Persoonlijk heb ik dus weinig ervaring met het Balkster gas gehad, maar ik weet wel van het bestaan der fabriek met zijn ommuurde gashouder. Een bescheiden bedrijfje aan de Pypster- of Oostersteke, dat op maandag 18 augustus 1902 met enige officialiteit werd geopend. Jammer dat het regende. Het "bestuur"had zelfs de pers uitgenodigd (dat gebeurde maar zelden); zelfs waren er een paar verslaggevers opgekomen!

Gleone spikers
Daarbij was iemeand van de "Hepkema". Kennelijk de hoofdredakteur A. Aartsma.

Hij was 's avonds ongeveer 7 uur in het dorp, waar al een fleurig vertier heerste.Hij vroeg onnozel aan een man wat er te doen was. Die zei: "Nou, Nou, wy hiene hjir oant dizz'tiid ta gleone spikers, mar dat hâldt op. Der is hjir sa'n soarte fan gasfabryk komd en dat sil nou ynwijd wurde. Hwat is it moai ljocht: sneontojoun let ha se efkes oan hawn. It is like moai as it elektrysk - Jàà, dat ha se ek al yn in pear plakken." - daar zal de man óók Woudsend mee hebben bedoeld.

In café Kingma kwamen de genodigden bijeen: o.a. de directeur"van de fabriek, de heer J.H. von Santen en de gemeente-architect Douwe van der Meer, Önder wiens toezicht Balk een verjongingskuur op lichtgebied ondergaan heeft". De grote zaal was helder verlicht: ïn elke helft straalden slechts een paar gloeilampjes zulk een zee van zacht-wit licht uit, dat men ook in 't verste heokje met gemak de krant kon lezen! - In een zaaltje er naast zag de kranteman een grote Lampe-Belge. Dat zal wel de zg. Belgische brander op een petroleumstel zijn geweest. "Wel een verschil", vond de heer Aartsma en hij dacht dadelijk aan de gleone spikers van de Balkenaar. Later, bij de nieuwe fabriek, was aanwezig de direteur van de Aérogeenfabrieken in het land die ook deze gasbron te Balk had daargesteld.

 

Lichthistorie
Deze directeur, de heer T. van der Zee, oud-burgemeester van Enschede, vertelde, dat het aérogeengas volgens de toen nieuwste methoden werd gemaakt. Het gas ontstond als men gewone lucht leidde door vluchtige koolwaterstof. Koolwaterstof werd uit ruwe petroleum getrokken en zo was de fabrikage zeer envoudig, vond men.

Als gevolg van deze methode gaf het gas veel gelijkmatiger licht dan tot nu toe elders. Ook flikkerde het niet meer. De eerste, die in Friesland zulk een apparaat kreeg, was Balk. Balk kreeg niet alleen veel helderder licht, doch ook de behandeling was veel eenvoudiger en door de nieuwe "bereiding"was het ook 100 pct, voordeliger.

Het nieuwe bedrijf bestond uit een machinistenwoning en een gasfabriekje. De bescheiden gashouder was ommetseld.

Aangenaam licht
Het luchtgas, waarbij gloeilampjes gebruikt werden, gaven volgens toentijdse begrippen een stralend wit licht, dat voor de ogen bepaald aangenamer was dan steenkolengaslicht en petroleum. Bijna overal gebruikte men omstreeks 1900 petroleumlampen. De kranteman had de proef genomen en opgemerkt dat hij wel 3 x keer zo lang vlak in de gloeikous-lichten kon kijken als in dat van de petroleumlampen, zonder dat hem de ogen pijn deden.En wat nog een voorbeeld was, bij geen andere gassoort aangetroffen? Het luchtgas veranderde de natuurlijke kleuren niet.

"Dat is", schreef hij, ëen mooi ding voor onze huismoeders, die nu zo bang zijn, dat de manufakturier hun 's avonds bij het slechte licht een verschoten lapje voor een kleurhoudende staal in de handen zal duwen!" - "En dan doet het nieuwe licht de kleur van gordijnen en meubelen niet verschieten, zoals het aceteleengas doet".

Luchtgas was zwaarder dan de lucht. Daarom ging het omlaag en was dus minder gevaarlijk dan steenkolengas, dat bij een lek in de leiding naar boven drong, zodat het, met de lucht vermengd, gemakkelijker ontploft.

Het was bovendien niet vergiftig en dus onschadelijk voor mens en plant! Allemaal voordelen....

Voor het drijven van dit fabriekje had de directeur aan personeel slechts nodig .... een machinist en een lantaarnopsteker.

De Balksters kregen toen in verhouding goed en goedkoop licht. "De motoren werkten, de buizen werkten, delantaarnopsteker werkte, en de straten werden verlicht, en het korps "Harmonie", ook onder leiding van de heer Von Santen, zette een mars in. Zo maakte de stoet een feestelijke rondgang door Balk. En overal in het dorp brandde het licht in en buiten de woningen en winkels. Een dienstmeisje vertelde: "Justerjoun ha se it nije ljocht efkes op hawn. Ik ha der neat mei op. 't Is suverljochtskyndei en as 't barnt, dan bliuwt der yn Balk gjin hoekje of herntsje oer, dêrt men mei skik efkes mei in feint stean kin to praten". - Dat impliceert: nog minder gelegenheid tot stiekem vrijen!

 

Geen lange vreugde
Ik weet het niet maar ik heb zo het gevoel dat dit "nije ljocht" geen glorie is geworden. Er haperde nogal eens iets aan de installatie en de gaslevering. De fabriek is omstreeks 1912 overgenomen van de heren Von Santen, familie Meinesz, c.s.; de deelhebbers in het bedrijf, door de heer H. Koelstra, firmant in de machinefabriek Koelstra & Dölle. Deze verhuisde toen al vrij spoedig van de Dubbelstraat naar de fabriekswoning aan de Steke.

In 1914 brak de wereldoorlog I uit. De heer Koelstra heeft toen het buizennet verkocht aan de Dordtse Meterfabriek. Het goed was schaars en duur; het is uit de Balkster bestrating gedolven.Deze transactie kon plaats hebben, omdat er toch geen gas meer kon worden gefabriceerd.

Dat werd gemaakt van gasoline en dat goedje was in oorlogstijd niet meer te krijgen.

In hetzelfde pand zijn Belgische en Hollandse bewakingstroepen gehuisvest geweest.

En nu, nu gebruikt zo te zeggen de hele wereld gas, dat in hoeveelhden van miljoenen kub. m zo maar uit de grond wordt gezogen en in ieder gezin wordt gebruikt en in tal van bedrijven. De 1902-ers zouden het niet voor mogelijk hebben gehouden.

Onze voorouders zagen zich de ogen uit het hoofd, als ze nu zouden ervaren, welk een (werkelijke) "zee"van licht straten en pleinen en winkels en woningen omgeeft en hoe fel de lichtreclames vaak één helle vuurgloed vormen.

artikel in de rubriek Ut é lapekoer van de Leeuwarder Courant van 5 augustus 1971 door D.M. van der Woude