|
 |
bron: Fan Galama oant gemeente Himmelumer Aldefurd door G. Koopmans |
De IJmedam vlak voor de afbraak in 1925. |
|
Jonkheer van Swinderen woonachtig in Rijs laat in 1851 op de IJmedam het eerste stoomgemaal van Friesland bouwen voor het droogleggen van Het Flait tussen Molkwerum Koudum en Hemelum. Dit duurde twee jaar. Bij het gemaal kwamen een houtzagerij, olieslagerij enz. en een aantal woningen. Het complex heeft tot 1886 dienst gedaan. De woningen werden afgebroken In 1925 verdween het laatste fabrieksgebouw. Wat overbleef was alleen een elektrisch gemaal voor het drooghouden van de polder It Flait. Anno 2018 is Yacht Centre Warns op deze historiche plek gevestigd. |
|
 |
bron:www.hisgis.nl |
Het digitale kadastrale minuutplan uit 1832 gecombineerd met de topografiche militaire kaart uit 1864. Het Flait was in 1832 nog een meertje middels een sloot verbonden met De Geeuw. |
Wie was IJme (Yme)? Op de Schotanus Atlas uit 1718 Emedam genoemd. |
|
 |
 |
bron: www.tresoar.nl |
bron: www.tresoar.nl |
Atlas Schotanus 1718 |
Atlas Eekhoff 1849-1859 |
|
In het voorjaar van 1851 heeft jonkheer J.H.F.K. Gerlacius van Swinderen uit Gaasterland een stoomgemaal gebouwd om It Flait, ongeveer 100 ha., droog te malen, de eerste in Friesland die voor dit doel gebruikt werd en daardoor veel indruk maakte. Toen de polder droog was, maakten ze het nieuwe land vlak, groeven sloten en werden er boerderijen gebouwd. Daar bleef het niet bij. De jonkheer richtte ook een eekmalerij op; dit werd gewonnen van de bast van jonge eike stammen door het aan het einde van de vorige eeuw (lees 19e eeuw) in de Gaasterlandse bossen bekende eikekloppen; in het voorjaar ’s morgens vroeg vooral door kinderen uitgevoerd zodat in de verre omtrek van het bos het slaan van de hamers tegen de stammen gehoord werd. Wanneer de bast goed droog was , werd hij tot een fijne poeder vermalen. De zo gewonnen eek werd samen met urine bij het looien van leer gebruikt, maar ook voor het tanen van touw, netten en zeildoek. |
bron: Himmelumer Aldefurd en Noardwâlde, p. 307, G. Abma |
|
 |
bron: Leeuwarder Courant van 8 april 1856 |
|
Op de Ymedaem kwam in de loop van de tijd nog een houtzagerij, een machinefabriek en een olieslagerij te staan en alles werd toen voor eerst aangedreven door stoomkracht. Voor de benodigde arbeiders liet de Jonkheer een vijftiental huisjes bouwen. Behalve hem was Wabe de Jong uit Koudum bij de onderneming betrokken. Tezamen richtten de heren de “Firma W.J. de Jong en Co” op, handelaren in gezaagde en ongezaagde houtwaren, gemalen run, raap- en lijnkoeken. Ze hadden ook een eigen kofschip, “De Onderneming”, met K.R. Kooiman als kapitein. Het was net alsof de oude tijden weer terug waren want net als toen werd het hout uit Scandinavië gehaald. De lijnolie, geperst uit het zaad van vlas, werd gebruikt in de industrie, onder andere voor het maken van verf. Wat van de vrucht overbleef werden lijnkoeken gemaakt voor het vee. |
|
 |
bron: Leeuwarder Courant van 21 december 1858 |
|
 |
bron: www.hisgis.nl |
Het stoomgemaal, water- zaag-, olie en runmolen IJmedam op de Topografische Militaiere Kaart (TMK) opgemaakt in 1864. |
|
 |
bron: Leeuwarder Courant van 25 oktober 1861 |
|
 |
bron: Het Amsterdamsche Handels en effectenblad van 19 december 1863 |
|
In 1872 kwam Meine Annes Meinesz, op verzoek van burgemeester Van Swinderen, terug naar Gaasterland om de olieslagerij op de Ymedaem van de ondergang te redden. Meine kende de kneepjes van het vak, omdat hij in Heerenveen een soortgelijk bedrijf had. |
Johannes Jacobs Groenewold (1825-1890) verhuisde in oktober 1872 met zijn gezin vanuit 't Meer bij Heerenveen ook naar de Ymedaem. Ze gingen wonen in één van de arbeiderswoningen bij de fabriek, op nummer B18. In Heerenveen verdiende Johannes zijn geld als olieslagersknecht en rogmolenaarsknecht. Het zou zo kunnen zijn dat zijn baas in Heerenveen Meine Annes Meinesz was en dat die hem heeft gevraagd om hem te helpen de olieslagerij op de Ymedaem te redden. De zonen Jacob, Roelf en Jan hebben ook gewerkt in de fabriek op de Ymedaem. |
Naast Johannes Groenewold kwamen ook Gijsbert Hendriks Koelstra (1841-1902) en Hendrik Sjoerds Haantjes (1848-1926) vanuit 't Meer naar de olieslagerij op de IJmedam. |
|
 |
 |
bron: Leeuwarder Courant van 21 november 1876 |
bron: Leeuwarder Courant van 4 juli 1879 |
|
 |
bron: www.tresoar.nl |
Netteplan 1887 kadastrale gemeente Koudum sectie G blad 4 opgemaakt in het jaar dat de fabriek sloot. |
Het gehele terrein op de IJmedam bestond uit de onderstaande percelen. |
1291 = woning |
1221 = woning met erf ? |
1292 = woning |
1222 = woning met erf ? |
1293 = woning |
1223 = woning met erf ? |
1294 = woning |
1224 = woning met erf ? |
1295 = woning |
1253 = woning met erf ? |
1296 = woning |
1254 = woning met erf? |
1297 = woning |
1255 = fabriek ? |
1298 = woning |
1220 = woning ? met erf |
1299 = fabrieksterrein |
1225 = fabriek ? |
1216 en 1231 = oever |
1226 = fabriek ? |
1219 = haven |
1227 = fabriek ? |
1217 = ringvaart |
1228 = fabriek ? |
1230 = ringvaart |
1229 = fabrieksterrein ? |
|
|
Welke gezinnen woonden in de zeker 14 woningen op het fabriekterrein? |
Anne Buisma, Rijkscommies te Drogeham (1842) en later boekhouder wonende IJmedam bij Molkwerum (<1862-1871) en daar overleden in 1871 te IJmedam |
Wieger Sanders Krikke, olieslagersknecht |
|
|
In het begin verliep alles voorspoedig maar omstreeks 1875 kwam er een terugval. De eek werd door kunststof vervangen en in de landbouw kon Nederland niet op tegen de massaproductie uit Amerika; bovenal sloot Duitsland de grenzen terwijl ons land het stelsel van vrije handel in ere hield. Daar kon de Jonkheer niet tegenop.Er werd nog een ander, sterker stoomgemaal gebouwd, maar in 1887 kwam de tijding uit Rijs: ophouden. Het werk lag stil en de huizen kwamen leeg te staan. |
|
 |
bron: Leeuwarder Courant van 18 mei 1887 |
De machines van IJmedam kwamen deels te staan in de De Volharding te Balk. Gijsbert Koelstra en Johannes Groenewold vertrokken na de sluiting van de IJmedam naar Balk om te werken in De Volharding van Meinesz. Hendrik Haantjes was al in 1881 naar Balk verhuisd. |
|
 |
bron: Leeuwarder Courant van 27 mei 1913 |
|
 |
bron: Fan Galama oant gemeente Himmelumer Aldefurd door G. Koopmans |
|
 |
 |
bron: Leeuwarder Courant van 29 januari 1924 |
bron: Leeuwarder Courant van 20 januari 1925 |
|
 |
 |
bron: Leeuwarder Courant van 18 april 1925 |
bron: Nieuwsblad van Friesland van 25 augustus 1925 |
|
 |
bron: Leeuwarder Courant van 3 juli 1925 |
Leeuwarder Courant van 7 juli 1925 / Leeuwarder Courant van 10 juli 1925 |
|
 |
bron: bonneblad topografische kaart 1935 gebruikt door de Rijkspolitiepost te Balk |
|
 |
bron: Friesche Koerier van 23 mei 1953, deel 1 / deel 2 |
|